Visie

Als je de vraag ‘wat wil ik van mijn paard?’ nu eens vervangt door ‘Wat kan ik betekenen voor mijn paard?’, dan verandert niet alleen de invulling van je dagelijkse training, maar ook de relatie met je paard totaal. Om een waardevolle bijdrage te kunnen leveren aan het welzijn van je paard is het van belang kennis te verwerven over gezonde beweging en opbouw van belastbaarheid, maar ook over natuurlijk gedrag, huisvesting, voeding en verzorging.

Kennis van biomechanica

Net zoals mensen hebben ook paarden een sterk en soepel lichaam nodig om gezond te blijven. Het is belangrijk dat je leert hoe je je paard lichamelijk versterkt en gymnastiseert in plaats van hem te (over)belasten. Dat is van toepassing voor iedereen die op de rug van een paard gaat zitten, van recreatieruiter tot wedstrijdruiter. Op het moment dat ons paard ons draagt, dragen wij de verantwoordelijkheid om hem te behoeden voor slijtage en zijn gezondheid te waarborgen door systematische training. Zelfs als je een hekel hebt aan dressuur en gewoon lekker buiten wil rijden, dan is het toch verstandig iets te leren over ‘paardengymnastiek’.

Respect en vertrouwen

Communicatie is tweerichting-verkeer Er bestaat geen heilige methode of techniek en evenmin kun je problemen met je paard oplossen enkel door een bepaald halster, touw of stokje te gebruiken. Het fundament voor een goede samenwerking zit in je houding, intentie en betrouwbaarheid ten opzichte van het paard. Technische kennis en hulpmiddelen kunnen je training ondersteunen, maar vormen nooit de gouden sleutel tot communicatie met je paard. Bedenk je dus even voor je een vermogen uitgeeft aan een zogenaamd wondermiddel, want misschien heb je het helemaal niet nodig en kun je van dat geld lekker gaan uiteten.

Problemen die je niet veroorzaakt hoef je later niet op te lossen

Echt leiderschap houdt verantwoordelijkheid in. Je draagt de verantwoordelijkheid voor het welzijn van je paard. Hij moet zich in jouw nabijheid ontspannen en veilig voelen en erop kunnen vertrouwen dat jij weet wat je doet. Als je paard daarvan overtuigd is, zal het je met alle plezier volgen. Bovenstaande wil echter niet zeggen dat er geen duidelijkheid vereist is. Het paard wil weten waar het aan toe is en zal met enige regelmaat de alertheid en grenzen van de trainer op de proef stellen om te testen of deze nog wakker is.

Leiderschap

Waarom is het nu zo handig als je de leidende positie verwerft in de ogen van je paard?

Je werkt met een dier van ongeveer 500/600 kilo dat vele malen sterker is dan jij zelf. Stel je voor dat je op je paard een kruispunt nadert waar je voorrang moet verlenen aan een vrachtwagen. Als de samenwerking tussen het paard en jou goed is afgestemd en het paard jouw aansturing accepteert, dan kun je het paard op een lichte aanwijzing halt laten houden, waardoor je zonder meningsverschil met je paard jullie eigen veiligheid en die van de andere weggebruikers kunt waarborgen. Ziet het paard jou niet als bekwaam leider, dan is het goed mogelijk dat het dwars door je hulp probeert te lopen, wat resulteert in trekken en weerstand, wat voor jullie allebei onprettig is.

Je kunt niet van je paard verwachten dat het de verkeersregels kent, of dat het de verantwoordelijkheid voor de voorrangssituatie op zich neemt. Deze verantwoordelijkheid rust op de schouders van de ruiter. Wanneer je het paard toont dat je betrouwbaar en consequent bent in je gedrag en garant staat voor zijn welzijn, dan verdien je het respect en vertrouwen van je paard. Het paard zal jou graag de situatie laten aansturen wanneer het voelt dat je de verantwoordelijkheid kunt dragen en wanneer het overtuigt raakt van het nut om je te volgen.

Op deze manier bekijken we leiderschap ineens heel anders dan vanuit het dominante, overheersende standpunt. Het paard moet niet naar jou luisteren omdat jij dat nu eenmaal eist, nee, jij neemt de verantwoordelijkheid voor de situatie, waardoor het paard erop vertrouwt dat jouw aanwijzingen bijdragen aan zijn welzijn. Op die manier kun je aangenaam met hem werken en hem fysiek en mentaal op hoger niveau brengen en zal het paard graag met je werken, ook als je moeilijke of intensieve oefeningen van hem vraagt.

In feite komt bekwaam leiderschap dus niet zozeer neer op het trainen van je paard, als wel op het ontwikkelen van de juiste kwaliteiten in jezelf, waardoor je fijne afspraken kunt maken met je paard. Dit vergt meer inzet van jezelf dan simpelweg rukken aan een touw of corrigeren met een zweep, maar het is wel veel eerlijker ten opzichte van je paard en levert op den duur een echte vertrouwensband op die het contact met je paard niet alleen leuker, gemakkelijker en veiliger maakt voor jou, maar ook voor je paard.

Houding en zit

Het lichaam van de ruiter heeft een enorme invloed op de balans en de bewegingen van het paard. Wanneer een ruiter geen soepele, onafhankelijke zit en balans heeft, kan hij het paard makkelijk storen in zijn vrije beweging en evenwicht. Daarom is het belangrijk om een fijne houding te ontwikkelen en te leren om je hulpen te coördineren waardoor je een steeds fijnere communicatie met je paard ontwikkelt en daarbij het paard in staat stelt op je hulpen te reageren, zonder hem onbewust te hinderen in zijn motoriek.

Pas zodra de ruiter een onafhankelijke zit heeft en zijn hulpen kan coördineren en doseren, dan kan hij van start gaan om het paard te trainen op een manier waar het paard baat bij heeft. Om dit te bereiken krijgt de ruiter de gelegenheid om aan de longeerlijn, op een nageeflijk paard zijn onafhankelijke zit te ontwikkelen, zonder daarbij actief te moeten rijden. Dit geeft de ruiter rust om zich te concentreren op het vinden van balans en ontspanning, totdat het lichaam zich de nieuwe houding eigen heeft gemaakt en de ruiter klaar is om zich te concentreren op het rijden, zonder daarbij zijn soepele zit te verliezen.

Aangezien paarden als het ware een radar voor spanning hebben, is het niet moeilijk om je voor te stellen dat spanning van de ruiter overslaat op het paard. Gelukkig geldt dit ook voor ontspanning. Een evenwichtige ruiter kan een gespannen paard in enkele minuten rustiger rijden.

De basisvoorwaarden voor het rijden zijn ontspanning van ruiter en paard en een goede onafhankelijke zit.

Bij het ontbreken van een van deze factoren is doelmatige training onmogelijk.

Sterk en soepel

Het is belangrijk je te realiseren dat het lichaam van een paard niet ontworpen is om gewicht te dragen op zijn rug. Om op een paard te rijden zonder het op den duur te beschadigen, is het heel belangrijk om verantwoord om te gaan met zijn lichaam.

Het paard leunt van nature met het grootste deel van zijn gewicht op de voorhand, door het gewicht van spieren, skelet en natuurlijk hoofd en hals. De achterbenen worden voornamelijk stuwend gebruikt. Om de rug van het paard soepel en sterk te maken, moet het paard zijn achterbenen verder onder zijn lichaam plaatsen, waardoor ze langer en meer gewicht overnemen van de voorhand. Om dit te kunnen doen moet het bekken naar achteren gekanteld worden en moet het paard zijn achterhand laten dalen (alsof hij wil gaan zitten), waardoor de rug zich rekt en boller wordt. Het paard draagt zijn lichaam beter in balans boven zijn eigen benen. De beweging wordt vloeiend en ruim en elke ruiter die het gevoel kent van een paard in zachte aanleuning, lopend over de rug, weet waarom dit een juiste manier is om een paard te berijden. Omdat het voor het paard ontspannend en versterkend werkt en voor de ruiter elastisch en vloeiend aanvoelt. Bovendien reageert het paard veel alerter op de hulpen, die daardoor steeds verfijnder gegeven kunnen worden. Wanneer je op deze manier werkt met je paard, hebben we het over echte communicatie en het inspelen op de trainingsbehoefte van je paard op dat moment.


Eigenlijk zou elke ruiter iets moeten weten over de anatomie van het paard. Alleen dan is het mogelijk om te beoordelen wat voor het betreffende paard een gezonde en ontspannen werkhouding is. Ook voor het herkennen van het verschil tussen een functionele, gezonde houding of bijvoorbeeld hyperflexie of een gespannen ruglijn. Maar let op: elk paard heeft zijn eigen ideale houding op een bepaald moment en we kunnen dan ook niet blind varen op starre regels. Daarentegen ontwikkelt een goede ruiter/trainer zijn oog, kennis en gevoel om te kunnen inschatten wat voor welk paard op dat moment het beste werkt.

Al met al zijn we allemaal op zoek naar goed contact en samenwerking met ons paard. Van een goede training wordt een paard niet alleen gezond en sterk, maar ook ontspannen en blij. Tevreden paarden zwaaien niet met hun staart, sperren hun mond niet open en trekken hun rug niet hol. Een tevreden paard herken je aan de zachte blik in zijn ogen, een verende gang en losheid in zijn lichaam. Het kost tijd en inzet om te leren hoe je je paard fysiek en mentaal optimaal kunt ontwikkelen, maar het resultaat is een betere relatie met je paard die vele jaren langer stand houdt, omdat het paard tot op hoge leeftijd in staat is samen met jou in beweging te blijven.

Functioneel trainen met gevoel betekent voldoening voor twee.